Derek februari 20, 2020 bij 9:38 pm 1. Het gebouw waaraan ik denk, is groot. 2. Het huis waarin zij woonde, was klein. 3. Wij zingen graag totdat we moe woorden. 4. Ik ga werken om geld te verdienen. 5. Mijn familie belt me omdat ze van me houden. 6. Ik vertrek vroeg zodat ik niet te laat kom. 7. Ik kwam te laat voor de les doordat mijn auto het begaf. 8. Ik werk tenzij ik ziek ben. 9. Als ik een miljoen euro win, verhuis ik naar Rotterdam, aan een kanaal. 10. Mijn vrienden willen Zweden bezoeken, tenzij het te duur is. Dit zijn mijn zinnen voor week 2. Antwoord
1. Het gebouw waaraan ik denk, is groot.
2. Het huis waarin zij woonde, was klein.
3. Wij zingen graag totdat we moe woorden.
4. Ik ga werken om geld te verdienen.
5. Mijn familie belt me omdat ze van me houden.
6. Ik vertrek vroeg zodat ik niet te laat kom.
7. Ik kwam te laat voor de les doordat mijn auto het begaf.
8. Ik werk tenzij ik ziek ben.
9. Als ik een miljoen euro win, verhuis ik naar Rotterdam, aan een kanaal.
10. Mijn vrienden willen Zweden bezoeken, tenzij het te duur is.
Dit zijn mijn zinnen voor week 2.